Reken af met uw account
Afrekenen als een nieuwe klant
Het aanmaken van een account heeft vele voordelen:
Wanneer je met elektriciteit gaat werken, is het belangrijk om de juiste apparaten te gebruiken voor je job. Een multimeter is een goed voorbeeld van zo’n apparaat en helpt om zo goed en veilig mogelijk te werken met elektriciteit. In dit kennisbank artikel gaan we hier dieper op in en lees je meer over het gebruik van een multimeter.
Een multimeter (ook wel universeelmeter genoemd) is een elektronisch meetinstrument dat wordt gebruikt om verschillende elektrische eigenschappen van een circuit te meten. Het is een handig gereedschap voor elektriciens, technici en hobbyisten om spanning, stroom en weerstand in elektrische circuits te meten. Sommige geavanceerde multimeters kunnen ook capaciteit, frequentie, temperatuur en andere parameters meten.
Een typische multimeter heeft drie meetfuncties:
Moderne multimeters zijn vaak digitaal, wat betekent dat ze numerieke waarden op een display weergeven, in tegenstelling tot analoge multimeters die een wijzer over een schaal laten bewegen. Een multimeter heeft doorgaans verschillende meetbereiken om nauwkeurige metingen te kunnen verrichten in diverse situaties.
Multimeters zijn opgedeeld in verschillende categorieën. De categorieën geven aan voor welke spanning en stromen de multimeter geschikt is. Daarbij is de categorie ook afhankelijk van de maximale piekspanning.
Categorieën:
Categorie: |
Eigenschappen: |
Cat I |
Deze multimeters zijn geschikt om een lage spanning en stroom te meten. Hiermee is het mogelijk om metingen te verrichten van bijvoorbeeld zaklampen, mobiele telefoons of elektrotechnische apparatuur in auto’s |
Cat II |
Metingen zijn te verrichten bij onder andere huishoudelijke apparaten. Voorbeelden hiervan zijn apparaten die met een stekkerverbinding verbonden zijn aan een laagspanningsnet met 230V |
Cat III |
Te gebruiken bij metingen aan elektrische installaties met 400V. Hier kan je denken aan fornuizen die werken op hoog vermogen of krachtstroom stekkers en contactdozen |
Cat IV |
Dit wordt gebruikt bij de bron van een laagspanningsinstallatie, hoofdaansluiting of een ondergrondse leiding |
Multimeters zijn te koop in een analoge en een digitale uitvoering. De analoge multimeter geeft met een wijzer op een schaal de gemeten waarde aan. De digitale uitvoering geeft op een numeriek display de meetwaarde aan. Beide varianten worden veel gebruikt. Toch zijn er enkele voor- en nadelen van beide soorten. Deze worden hieronder beschreven.
Voordelen:
Nadelen:
Voorbeeld meetbereik voor digitale multimeters:
(de maximaal gegeven waarden zijn de maximale waarden per meetbereik)
Voordelen:
Nadelen:
Voorbeeld meetbereik voor analoge multimeters:
Multimeters kan je instellen op verschillende groot- en eenheden. Om hele kleine of juist hele grote waarden te meten wordt er een extra dimensie aan de eenheid toegevoegd. Denk hierbij aan duizend of micro. Hieronder zie je een overzicht van de te meten groot- en eenheden.
Onderstaand een overzicht van de te meten groot- en eenheden.
Eenheid:
Eenheid: |
Afkorting: |
Volt |
V |
Ampère |
A |
Weerstand |
Ω |
Grootheid:
Grootheid: |
Afkorting: |
Micro |
μ |
Mili |
m |
Kilo |
k |
Mega |
M |
Hieronder is weergegeven hoe je een multimeter kan gebruiken voor het meten van spanning, stroom of weerstand.
Let op: Het is goed om te weten dat het afhankelijk is van het type en merk van de multimeter of de meetkabels moeten worden aangesloten. Als voorbeeld wordt hieronder de Fluke multimeter gebruikt. Mocht je een ander type multimeter willen gebruiken adviseren wij om de handleiding te lezen.
De multimeter moet je op de juiste manier gebruiken en instellen om de spanning te kunnen meten.
Stap 1: Zwarte meetkabel aansluiten
Sluit het zwarte meetkabel aan op de COM-ingang van de multimeter.
Stap 2: Rode meetkabel aansluiten
Sluit het rode meetkabel aan op de V-ingang van de multimeter.
Stap 3: Multimeter instellen
Kies bij het instellen van de multimeter het hoogst mogelijke spanningsbereik. Hierdoor raakt de multimeter niet overbelast.
Stap 4: Meten
Raak met de meetnaalden de stroomkring zo aan dat er een apparaat tussen de meetnaalden zit. Deze manier van meten wordt ook wel parallel meten genoemd.
Stap 5: Meetbereik aanpassen
Bekijk de meetwaarde en let daarbij goed op het meetbereik. Pas deze zo nodig naar beneden aan tot je een correcte waarde ziet.
De multimeter moet je op de juiste manier gebruiken en instellen om de stroom te kunnen meten.
Stap 1: Voeding uitschakelen
Schakel de voeding van de stroomkring uit.
Stap 2: Zwarte meetkabel aansluiten
Sluit het zwarte meetkabel aan op de COM-ingang van de multimeter.
Stap 3: Rode meetkabel aansluiten
Sluit het rode meetkabel aan op de A-ingang van de multimeter.
Stap 4: Multimeter instellen
Kies bij het instellen van de multimeter het hoogst mogelijke stroombereik. Stel de meter in op gelijk- of wisselstroom. Hierdoor raakt de multimeter niet overbelast.
Stap 5: Voeding inschakelen
Sluit de stroomkring en schakel de voeding in.
Stap 6: Meten
Raak met de meetnaalden de stroomkring zo aan dat er geen apparaat tussen de meetnaalden in hebt zitten. Dit wordt in serie meten genoemd.
Stap 7: Meetbereik aanpassen
Bekijk de meetwaarde en let daarbij goed op het meetbereik. Indien nodig, pas je deze naar beneden aan tot je een correcte waarde ziet.
De multimeter moet je op de juiste manier gebruiken en instellen om de weerstand te kunnen meten. De weerstand kan je meten bij een spanningsloze stroomkring.
Stap 1: Voeding uitschakelen
Schakel de voeding van de stroomkring uit.
Stap 2: Multimeter eenheid en bereik instellen
Zet de multimeter op de weerstandsmeting (). Kies bij het instellen van de multimeter het hoogst mogelijke weerstandsbereik (ohm, kilo ohm of mega ohm). Hierdoor raakt de multimeter niet overbelast.
Stap 3: Zwarte meetkabel aansluiten
Sluit het zwarte meetkabel aan op de COM-ingang van de multimeter.
Stap 4: Rode meetkabel aansluiten
Sluit het rode meetkabel aan op de Ω-ingang van de multimeter.
Stap 5: Weerstand meten
Raak met de meetnaalden de uiteinden van de te meten weerstand aan om deze na te meten (een schakelaar doormeten).
Stap 6: Meetbereik aanpassen
Bekijk de meetwaarde en let daarbij goed op de meeteenheid. Pas deze zo nodig naar beneden aan tot je een correcte waarde ziet.
Naast het meten van weerstanden met een multimeters, is het ook mogelijk om op een weerstand de waarde af te lezen. Weerstand kleurcodes worden met vier of zes gekleurde ringen aangegeven.
Zie onderstaande afbeelding als voorbeeld:
In bovenstaande afbeelding zie je dat de kleuren van de weerstand: Groen-blauw-bruin (eerste drie ringen) zijn. Uit het schema is af te lezen dat deze kleuren het getal 561 geven. De vierde ring is oranje, de kleur geeft aan dat het vermeningsvuldingsgetal 1.000 (1K) is. Dit houdt in dat de totale weerstandswaarde 561 kilo-ohm (of 561.000 ohm) is. De vijfde ring (tolerantie) is rood, hier is de tolerantie 2%.
Toelichting schrijfwijze of notatie
In schema’s en stuklijsten wordt vaak gebruikgemaakt van verkorte notaties voor de weerstandswaarden. De komma wordt vaak vervangen door de beginletter van de eenheid (R of weerstandswaarde). R is de beginletter van de kleinere weerstandswaarden. Voor de grote weerstandswaarden wordt de eenheid kilo-ohm (1.000 ohm = K) en megaohm (1.000.000 ohm = M) gebruikt. Hieronder zie je de verkorte schrijfwijze en de verschillende notaties opgesomd.
Hieronder is een tabel weergegeven van de notatie bij weerstanden en welk exponent daarbij hoort.
Door middel van een ezelsbruggetje kan je de weerstandswaarde bepalen. Hiermee kan je simpel de cijfers die bij de gekleurde ringen horen onthouden. De zin is: Zij Bracht Rozen Op Gerrits Graf Bij Vies Grauw Weer. Hieronder zie je welke kleur en nummer bij welk woord van het ezelsbruggetje horen.
Woord: |
Kleur: |
Nummer: |
Zij |
Zwart |
0 |
Bracht |
Bruin |
1 |
Rozen |
Rood |
2 |
Op |
Oranje |
3 |
Gerrits |
Geel |
4 |
Graf |
Groen |
5 |
Bij |
Blauw |
6 |
Vies |
Violet |
7 |
Grauw |
Grijs |
8 |
Weer |
Wit |
9 |
Voor het meten met een multimeter heb je bijbehorende kabels nodig. Je maakt hierbij gebruik van een rode en een zwarte kabel. Rood (+) hoort in de aansluiting van de grootheid die je wilt meten. Zwart (-) moet altijd in de COM aansluiting. Tussen aansluitingen geven iconen weer wat het maximale meetbereik is, zonder dat de zekeringen kapot gaan. Dit verschilt overigens per categorie multimeter. Digitale meters kunnen veilig verkeerd om worden gesloten, zonder te beschadigen. Bij analoge meter kan dit wel beschadigen. Naast meetkabels zijn ook bijbehorende meetpennen te gebruiken voor een goede meting.
Met de draaischakelaar kan je kiezen welke grootheid en met welk meetbereik je wilt gaan meten. Wanneer het meetbereik erbij staat is het verstandig om de optie te kiezen dat het hoogst mogelijk meetbereik heeft.
Functies:
Functies: |
Betekenis: |
V~ |
Wisselspanning (volt) |
V- |
Gelijkspanning (volt) |
A~ |
Wisselstroom (ampère) |
A- |
Gelijkstroom (ampère) |
Ω |
Weerstand (ohm) |
o))) |
Verbinding testen (afhankelijk van het merk) |
Diode-test (afhankelijk van het merk) |
Het is belangrijk om multimeters op de juiste manier te gebruiken. Als je dit niet doet, kan de meter makkelijk beschadigd raken. Enkele factoren om rekening mee te houden zijn:
Daarnaast is het een goed idee om een analoge multimeter altijd op een DC Volt stand te zetten wanneer je deze niet meer gebruikt. Op deze stand is het minder waarschijnlijk dat de meter wordt beschadigd. En daarbij is dit ook de stand dat het meest wordt gebruikt.
Het is heel goed mogelijk dat bij het meten een verschil ontstaat tussen het werkelijke en het schijnbare vermogen. Dit wordt ook wel power factor of arbeidsfactor genoemd. Het komt omdat veel elektrische apparaten geen simpele ohmse belasting leveren, waarbij het opgenomen vermogen in fase meeloopt met de spanning. Door gebruik te maken van condensatoren of spoelen wordt voorkomen dat dit niet in fase loopt en juist voor- of na-ijlt ten opzichte van de spanning. Veel meetinstrumenten kunnen de power factor meten of berekenen en deze meenemen in de uiteindelijke berekening van het verbruik van het aangesloten apparaat.
Om het daadwerkelijke verbruik in kaart te brengen wordt gebruikgemaakt van True RMS, dit is een andere term voor effectieve waarde. Meters met True RMS maken gebruik van een hoge bemonsteringsfrequentie. Deze type meters meten continu gelijktijdig spanning en stroom en vermenigvuldigd deze om het vermogen te bepalen. Door de hoge bemonsteringsfrequentie wordt nauwkeurigheid van de meting vergroot. De meeste multimeters en stroomtangen maken gebruik van RMS True.
Het is mogelijk dat de batterij van een multimeter minder wordt. Dit wordt aangegeven door het toestel. Vervang de batterij zoals wordt voorgeschreven in de gebruiksaanwijzing.
De multimeter heeft een zekering, deze beveiliging is nodig bij een eventuele meetfout. Wanneer er een foutieve meting is uitgevoerd, kan je deze zekering vervangen. Dit is te lezen in de gebruiksaanwijzing.
Heb je vragen over multimeters? Neem dan contact op via 011 98 84 42 of stuur een e-mail naar [email protected]. Wij helpen je graag verder!